ONDERZOEK OPVANGCENTRA 2012


Stichting KonijnenBelangen wil weten wat er gaande is in de opvangen die zich bij de SKB gemeld hebben en die je kunt terugvinden op de asielenlijst.
Let op: andere plaatsen (b.v. particulieren, kinderboerderijen, fokkers enz.) waar konijnen opgevangen worden zijn NIET in dit onderzoek meegenomen.

1. Van de circa 50 aangeschreven opvangcentra hebben er 23 gereageerd, waarvan 5 om diverse redenen de lijst niet hebben ingevuld.
Het onderstaande is gebaseerd op de gegevens van 18 opvangcentra. Door de getallen bij elkaar op te tellen en te delen door 18 ontstaat een gemiddelde. Door dit getal te vermenigvuldigen met 50 ontstaat een landelijke waarde.

2. De opvangen vangen op:
16,5% vangt uitsluitend konijnen op.
33,5% vangt allerlei dieren op.
50% vangt konijnen en knaagdieren (en soms een kat) op.

3. Aantallen:
De kleinste opvang heeft 38 konijnen opgevangen, de grootste 737.
18 opvangcentra hebben samen 4075 konijnen opgevangen. Er is geen opvallend verschil in aantal tussen rammen en voedsters. Gemiddeld is dat 226 konijnen per opvang.
Uitgaande van 50 opvangadressen zijn dat bijna 12.000 konijnen.
In de opvangcentra ligt de verhouding afstand-dump tussen 100% - 0% en 0% - 100%.
Gemiddeld is de verhouding afstand-dump ongeveer 46% - 54%.

4. Weigeringen:
39% weigert nooit, 50% weigert soms en 11% weigert regelmatig.
Bijna alle opvangen nemen zwerfdieren altijd op. In tijden van drukte hanteert men voor de afstandsdieren een wachtlijst.
Wegens:
In 50% van de gevallen is de reden van weigering gebrek aan ruimte, 11% heeft gebrek aan mankracht en 1 keer is de reden ziekte van het dier, waarvoor de eigenaar verantwoordelijk gehouden wordt.

5. Bekend met de (14 dagen durende) wettelijke bewaarplicht van de gemeente:
Eén opvang was niet op de hoogte.

6. Betaalden gemeentes ook daadwerkelijk?
15 gemeentes betaalden, 2 gemeentes betaalden soms, meer dan 60 gemeentes betaalden niet.
Op basis van de genoemde gemeentes kun je concluderen dat minder dan 1/4 betaalt en meer dan 3/4 niet.

8. Indicatie inkomsten te besteden aan konijnen:
Er is geen opvang gelijk.
1. Elke gemeente regelt het (niet) naar eigen voorkeur. Sommige gemeentes betalen een (willekeurig) bedrag per konijn, sommige gemeentes betalen een vaste donatie, de meeste gemeentes betalen niets.
2. De rol van de Dierenbescherming varieert per regio. In een enkel geval is de opvang eigendom van de DB, soms werken een opvang en DB samen, soms zorgt DB enkel voor transport, soms doneert de DB een flink bedrag en soms een klein bedrag, soms neemt de DB de kosten van castratie en enting op zich en soms bemoeit de DB zich nergens mee.
3. Sommige opvangen vragen een afstandsbijdrage, sommige doen dat niet.
4. Sommige opvangcentra hebben wat inkomsten uit de verkoop van hokken en/of een winkeltje.
5. De bijdrage van mensen die een konijn ophalen verschilt per opvang.
6. 1 opvang betaalt 87% uit eigen zak (een kwart van haar salaris).
7. Zo hier en daar draagt het bedrijfsleven een beetje bij.
8. Veel opvangen zijn mede-afhankelijk van particuliere donaties.

9. Indicatie gemiddelde kostprijs per konijn:
De prijzen van castratie en enting verschillen enorm, zeker op jaarbasis.
Castratie ram kost tussen de €15,- en de €60,-
Castratie voedster kost tussen de €25,- en de €130,-
Enting kost tussen de €6,50 en de €20,-

10. Op- en aanmerkingen:
Vrijwel alle opvangen geven aan zich zorgen te maken:
1. Er komen meer konijnen binnen.
2. De konijnen verkeren in een slechtere toestand.
3. Er zijn minder plaatsingen.
4. Er komen minder donaties binnen.
5. De kosten zijn hoger (bv entingen waren voorheen gratis, maar moeten nu betaald worden).

Conclusie
Dit onderzoek vond uitsluitend plaats onder de opvangen die op de asielenlijst van de SKB staan.
Aangezien de opvangcentra in 2012 met moeite quitte hebben gespeeld, dreigen ze de komende jaren in de problemen te komen.
Het lijkt logisch om allereerst financiële hulp te zoeken bij ruim driekwart van de 408 gemeentes die veelal jarenlang verzuimd hebben hun (wettelijk verplichte!) verantwoordelijkheid te nemen.

Rekensommetje:
De Nederlandse opvangen (zowel de particuliere als de opvangen van de Dierenbescherming) hebben samen in 2012 zo'n 12.000 konijnen opgevangen, waaronder 6112 zwerfdieren.
Als elk zwerfdier van de gemeente €80,- mee zou krijgen, komen we op een bedrag van €488.960. Dat is een hoop geld. Maar per gemeente komt dit neer op €1198,43.
Mocht deze inschatting er 100% naast zitten dan hebben we het, gemiddeld per gemeente, nog steeds over slechts €2396,86.
Aan alle gemeentes die aanzienlijk hogere kosten zouden krijgen, biedt de Stichting KonijnenBelangen gratis haar kennis en ervaring aan om de dump op alle mogelijke manieren te bestrijden, hopelijk in samenwerking met alle betrokkenen.

Omdat lang niet elk gedumpt konijn ook weer "gevonden" en gevangen wordt, ligt het daadwerkelijk aantal gedumpte konijnen aanzienlijk hoger. Als één op de tien wordt gevonden (in een bewoonde straat zijn het er waarschijnlijk meer, maar in een natuurgebied waarschijnlijk minder) worden er jaarlijks meer dan 60.000 konijnen gedumpt. Elke maatregel die genomen kan worden om dit getal omlaag te brengen, verdient de hoogste prioriteit.
Share by: